Doula opleiding In Bloei is onderdeel van de organisatie genaamd FAROLA
KLACHTENREGELING DOULA OPLEIDING IN BLOEI
Het bevoegd gezag van Doula opleiding In Bloei stelt de volgende Klachtenregeling vast.
Artikel 1 Begripsbepaling
In deze regeling wordt verstaan onder:
1. organisatie: FAROLA;
2. bevoegd gezag: directeur F. Hoogendoorn-Dumont;
3. klager: een (ex-)student/deelnemer, (een lid van) het docenten- of mentoren-team, of een anderszins functioneel bij de opleiding betrokken persoon; een cliënt van Doula Farola; een die direct betrokken is/was bij de dienstverlening van een (ex)student / In Bloei Doula.
4. verweerder: de directeur; (een lid van) het docenten- of mentoren-team; een anderszins functioneel bij de organisatie betrokken persoon, tegen wie een klacht is ingediend;
5. klacht: klacht over (nagelaten) gedragingen en beslissingen van de verweerder;
6. vertrouwenspersoon: een door de organisatie betaalde onafhankelijk persoon, die de klager begeleidt om tot een oplossing te komen;
7. klachtenpersoon: een door de organisatie betaalde onafhankelijk persoon, die een juridische status heeft, aan wie de klacht wordt voorgelegd als de begeleiding door de vertrouwenspersoon niet tot een oplossing heeft geleid, en die een voor alle partijen bindend advies zal uitbrengen.
8. klachtentermijn: een klacht kan ingediend worden tot 1 jaar na afronden van de studie door de student; tot 1 jaar na beëindiging van de dienstverlening aan de cliënt; tot 1 jaar na de beëindiging van het lidmaatschap van In Bloei doula’s.
Artikel 2: Voorfase klachtindiening
1. Een klager die een probleem op of met de organisatie ervaart, neemt binnen de klachtentermijn contact op met degene die het probleem heeft veroorzaakt, tenzij de aard van het probleem zich daartegen verzet.
2. Indien dat contact niet tot een oplossing leidt, legt de klager het probleem ter oplossing voor aan het bevoegd gezag.
3. Het bevoegd gezag onderzoekt de klacht, tracht tot een oplossing te komen en/of verwijst door naar de vertrouwenspersoon.
4. De klager kan het probleem bespreken met de vertrouwenspersoon.
5. Als het probleem niet is of wordt opgelost binnen een termijn van 1 maand kan een klacht worden ingediend als bedoeld in artikel 6.
Artikel 3: De vertrouwenspersoon
1. Het bevoegd gezag van de opleiding benoemt één externe vertrouwenspersoon.
2. De vertrouwenspersoon gaat na of de klacht door bemiddeling kan worden opgelost.
3. De vertrouwenspersoon kan de klager begeleiden bij het indienen van de klacht als de klager daar om verzoekt.
4. De vertrouwenspersoon informeert de klager over instanties of instellingen die de klager behulpzaam kunnen zijn bij het oplossen van problemen die samenhangen met de klacht en begeleidt de klager zo nodig bij het leggen van contact.
5. De vertrouwenspersoon kan het bevoegd gezag gevraagd en ongevraagd adviseren indien signalen die hem bereiken daar aanleiding toe geven.
6. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van zijn werkzaamheden.
Artikel 4: Informatie over de klachtenregeling
1. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de klachtenregeling, het adres van de klachtenpersoon en de naam en bereikbaarheid van de vertrouwenspersoon en de klachtenpersoon voldoende bekend zijn door deze in ieder geval te publiceren via een link in de opleidingsgids naar de websites van de opleiding.
Artikel 5: Het indienen van een klacht
1. De klager kan binnen de klachtentermijn een klacht indienen bij de vertrouwenspersoon of bij het bevoegd gezag.
Het klaagschrift bevat ten minste:
a) De naam en het adres van de klager;
b) De naam van verweerder en de naam en het adres van de organisatie;
c) Een omschrijving van de klacht en de datum/periode waarop de klacht betrekking heeft;
d) Afschrift van de op de klacht betrekking hebbende stukken;
e) De dagtekening.
2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend.
3. Het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon bevestigt schriftelijk de ontvangst van de klacht.
Artikel 6: Behandeling van de klacht door het bevoegd gezag
1. Als klager zijn klacht indient bij het bevoegd gezag, kan dit de klacht zelf afhandelen.
2. Het bevoegd gezag meldt in dat geval klager en verweerder welke stappen het gaat zetten om de klacht af te handelen.
3. Als het bevoegd gezag de behandeling van de klacht niet zelf ter hand neemt, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon.
4. Leidt dit niet tot een oplossing dan kan de klager een formele klacht indienen bij de klachtenpersoon.
Artikel 7: Behandeling van de formele klacht door vertrouwenspersoon
1. Wanneer de vertrouwenspersoon een klacht ontvangt, neemt zij die binnen vier weken in behandeling.
2. Als onderdeel daarvan treedt zij in contact met belanghebbenden en vraagt zij (desgewenst) gegevens en bescheiden op.
3. Zij stelt – afhankelijk van de aard en omvang van het informatieverzoek – een redelijke termijn vast waarbinnen de betreffende gegevens of bescheiden dienen te worden verstrekt. Deze termijn bedraagt maximaal vier weken. In uitzonderlijke gevallen kan de termijn met maximaal twee weken worden verlengd.
4. De vertrouwenspersoon gaat in eerste instantie na of de klager heeft getracht de problemen met de verweerder op te lossen. Als dat niet het geval is kan daar alsnog voor worden gekozen.
5. De vertrouwenspersoon ondersteunt de klager bij het komen tot een oplossing van het probleem.
6. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan een formele klacht ingediend worden. Desgewenst ondersteunt de vertrouwenspersoon daarbij.
Artikel 8: Formele klacht
1. Een formele klacht, als bedoeld in artikel 6.4 en artikel 7.6, wordt neergelegd bij de klachtenpersoon.
2. De klachtenpersoon doet onderzoek en kan hiervoor betrokkenen horen. Het bevoegd gezag verstrekt op de klacht betrekking hebbende informatie en desgevraagd nog aanvullende informatie aan de klachtenpersoon.
3. Het onderzoek zal binnen vier weken na de start worden afgerond. Indien dit niet haalbaar is, zal de klachtenpersoon schriftelijk aan betrokkenen meedelen binnen welke redelijke termijn het onderzoek zal worden afgerond.
4. De klachtenpersoon zal binnen drie weken na onderzoek een bindend advies uitbrengen, dat door de klager, de verweerder en het bevoegd gezag gevolgd zal worden.
Artikel 9: Beslissing op advies
1. Binnen vier weken na ontvangst van het bindend advies van de klachtenpersoon deelt het bevoegd gezag aan de klager, de klachtenpersoon en aan de verweerder van de opleiding schriftelijk en gemotiveerd mee hoe het advies opgevolgd wordt.
2. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager en de verweerder en de klachtenpersoon.
Artikel 10: Vertrouwelijkheid
1. Iedereen die bij het indienen en behandelen van de klacht betrokken is, is verplicht vertrouwelijkheid in acht te nemen.
2. De verplichting tot vertrouwelijkheid blijft bestaan, ook als de betrokkene niet meer onder de werking van de klachtenregeling valt.
Artikel 11: Wijziging van het reglement
1. Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd na overleg met de vertrouwenspersoon.
Artikel 12: Overige bepalingen
1. In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.
2. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Klachtenregeling Doula Opleiding In Bloei’.
Deze regeling treedt in werking op 1-11-2021
De regeling is vastgesteld op 1-10-2021
Vertrouwenspersoon
Mw. Amber Waanders
Telefoon: 06-53505285
Email: vertrouwen@ambirth.nl
Klachtenpersoon:
Mr. Piroska Olgers
Telefoon: 06-25678248
Email: p.olgers@regiogv.nl